maandag 20 juli 2009

Koelie

Hans Jansen, lector bij het lectoraat Vernieuwende Opleidingsmethodiek- en didactiek bij de Hogeschool Utrecht, schreef het proefschrift 'De leraar als koelie (Postmoderne Kritische Pedagogiek)'.








Het is uitgegeven bij Agiel -informatie-.
Er verscheen een vooraankondiging en Prachodayat Biesheuvel, lid van de Kenniskring, schreef er een impressie over
.

En ik? Ik kan het signaleren en er een citaat aan toevoegen.

"Daarom mocht ik teruggaan naar de tropen. We wisten daar niets, de koelies konden het minste weten. Maar er kwam een dag waarop ze daar in het moeras, zonder krant en radio, na wekenlang afgesloten te zijn geweest van alles wat berichten uit de buitenwereld kon brengen, plotseling ophielden met werken. Om twaalf uur 'smiddags. Zonder de geringste aanleiding. Er was niets om hen heen veranderd, de arbeidsomstandigheden, het disciplinaire stelsel, alles was het oude, ook het eten.Niet goed en niet slecht. Zoals het daar kon zijn. Zoals het er móest zijn. En op een dag in negentienzeventien, om twaalf uur 's middags, zeiden ze dat ze niet verder wilden werken. Ze kwamen uit het dichte oerwoud te voorschijn, vierduizend koelies, tot hun middel onder de modder, met bloot bovenlichaam; ze legden hun gereedschap, de bijlen en schoppen, neer en zeiden: "Genoeg."
Sándor Márai, Gloed 2001, p. 65

vrijdag 17 juli 2009

Waar komen ze opeens vandaan?

Al die 'passende' citaten. Waarom loop ik daar nu tegenaan??
"Tegen je zestigste, als de weg achter je langer is dan die welke voor je ligt, zie je iets wat je nooit eerder gezien had: de weg die je hebt afgelegd liep niet rechtdoor maar had veel tweesprongen, bij iedere stap was er een pijl die een andere richting aangaf; hier splitste zich een weggetje af, daar een voetpad door het gras, dat in het kreupelhout verdween. Enkele van deze zijwegen ben je ingeslagen zonder het te merken, andere had je zelfs niet gezien; je weet niet waar de wegen waaraan je geen aandacht hebt besteed, je gebracht zouden hebben, naar een betere of een slechtere plek; je weet het niet maar toch heb je spijt. Je kon iets doen maar hebt het niet gedaan, je bent teruggegaan in plaats van vooruit. Ganzenbord, weet je nog? Het leven gaat bijna net zo."
Susanna Tamaro, De stem van je hart, p. 49/50

donderdag 16 juli 2009

Scharrelen, redderen, modderen

Roemer van der Steeg, getiteld 'Pensioen', afkomstig van 'Nu het zo is'.
Ik laat het maar even voor wat het is, ieder zijn eigen ideeën, hè.
Kom er later zeker eens op terug.

woensdag 15 juli 2009

Zelfs de teksten in boeken laten je niet met rust

"Mensen worden langzaam oud: eerst wordt je levenslust oud en je zin om onder de mensen te zijn, je weet wel, langzaam wordt alles zo werkelijk, je kent de zin van alles, alles herhaalt zich zo vreselijk voorspelbaar. Ook dat is ouderdom. Als je al weet dat een glas niets anders is dan een glas. En een mens, de arme ziel, is niets anders dan een mens, een sterveling, wat hij ook doet ... en dan wordt je lichaam oud: niet in één keer, nee, eerst worden je ogen oud, of je benen, je maag, je hart. Zo wordt een mens oud, in delen. En dan begint opeens de ziel oud te worden; want al is het lichaam gebrekkig en bederfelijk, de ziel koestert nog verlangens en herinneringen, zij zoekt blijdschap en voelt vreugde. En als dat verlangen naar vreugde voorbij is, blijft er niets anders over dan herinneringen of ijdelheid, en dan word je werkelijk oud, onherroepelijk en definitief. En op een dag word je wakker, je wrijft in je ogen en weet niet meer waarvoor je wakker geworden bent. Wat de dag laat zien, ken je precies: lente of winter, de decors van het leven, het weer, de dagindeling van het leven. Er kan niets verrassends meer gebeuren: zelfs het onverwachte, het ongewone, het afschrikwekkende kan je niet verrassen, want je kent alle mogelijkheden, je verwacht niets meer, niets goeds en niets slechts ... en dat is ouderdom. Er leeft nog iets in je hart, een herinnering, een vaag levensdoel, je zou graag iemand terug willen zien, je zou graag iets willen zeggen of weten, en je weet heel goed dat dat ogenblik op een dag zal komen, en dat het dan niet meer zo wezenlijk zal zijn om de waarheid te weten en te antwoorden als je tijdens de jaren van het wachten dacht. Een mens leert langzaam de wereld te begrijpen en gaat dan dood. Hij begrijpt de verschijnselen en de beweegredenen van de menselijke handelingen."
Sándor Márai, Gloed, p. 141/142

dinsdag 14 juli 2009

Managers-aanpak?

"In de gouden tijd van onze orde ging het zo: als een abt niet geschikt was voor zijn ambt... een flink glas vergiftigde wijn, en de plaats was vrij voor een opvolger. "
Umberto Eco, De naam van de roos, p. 133

Pfff, zit niet echt schot in

Maar komt wel.
Beloof ik je en beloof ik mezelf.
Ik zal wat achterstanden becommentariëren; het stof er af blazen.