zaterdag 19 september 2009

Salarisgebouw en functiehuis

Er zou een nieuw salarisgebouw ontwikkeld worden en dat moest voldoen aan de volgende eisen:
a. Niemand mocht erop achteruitgaan. Als onverhoopt iemand in een lagere schaal terechtkwam (zoals bij de directie vermoedelijk het geval zou zijn), behield hij zijn rechten op het salaris dat hij verdiende. Zijn opvolger zou pas het lagere salaris krijgen;
b. Het mocht niet meer kosten dan de al gereserveerde 162.000 gulden plus 3% van het totale salarisbudget van het bedrijf;
c. De verhouding tussen hoogste en laagste salaris zou minder moeten worden dan 5:1.
'We gaan aan functieclassificatie doen,' zei Han Rozendaal enkele weken later handenwrijvend in de stafvergadering.
'Functieclassificatie?'
Ja, functieclassificatie. Het is bedacht door een wiskundige. Elke functie in het bedrijf krijgt punten toebedeeld voor dingen als niveau, benodigde kennis en kunde, verantwoordelijkheid, afbreukrisico enzovoort.'
'Afbreukrisico?'vroeg Koos Jongeling. Het leek alsof hij ging gniffelen, maar hij hield zich in.
'Ja, afbreukrisico. Dat geeft aan hoeveel schade je het bedrijf in je functie kan berokkenen door een verkeerde beslissing. Dat is een indicatie van het belang van de functie.'
'Oké. En hoe gaat het dan verder?'
'Nou, elke functie krijgt een puntenaantal. En dan worden ze op basis van dat aantal opgedeeld over salarisschalen. We moeten zelf bepalen hoeveel schalen we willen, het zullen er wel een stuk of tien moeten zijn. En dan volgt het moeilijkste. Hoe zet je de punten om in geld?'
'Hoe zet je de punten om in geld,' herhaalde Koos werktuigelijk, 'gooi het maar in mijn pet.' Van drie kanten begonnen anderen het hem uit te leggen.
'Logaritmische schaalverdelingen,' hoorde Hans Theo Bouwman in het rumoer zeggen. Als financiële man was hij degene die namens de directie het proces zou begeleiden en hij had ervoor gezorgd dat hij er meer van wist dan menselijkerwijs mogelijk was. Er werd een gespecialiseerd bureau ingehuurd, Van der Korn en Bunning, en iedereen maakte een zo eclatant mogelijke omschrijving van zijn functie. Die functieomschrijvingen waren de basis voor de puntentoekenning en het idee was dat ze complementair aan elkaar zouden zijn: wat de een deed kon niet meer behoren tot het takenpakket van een ander. Een jaar lang werd gewogen en herwogen en nog eens herwogen, want bij de Weekbladpers werd niet lichtzinnig geoordeeld. Een hogere score van een collega gaf altijd aanleiding tot protest en de mogelijkheid tot een hoger beroep was vanzelfsprekend in het proces ingebouwd.
Hans Vervoort, Opwinding, p. 204/205

Het beschrevene slaat op 'lang geleden' en is toch zo herkenbaar

Geen opmerkingen: